Ernie: kijk eens Bert, ik heb een banaan, wat heb jij voor lekkers bij je?
Bert: Oh, even kijken.. een sinaasappel
Ernie: een sinaasappel! Maar dat is geweldig Bert!
Bert: Oh ja?
Ernie: Ja want nu kunnen mijn banaan en jouw sinaasappel vriendjes worden.
Bert: Vriendjes? Ernie... Waar heb je het over? Een banaan en een sinaasappel kunnen geen vriendjes zijn
Ernie: en waarom niet Bert? Omdat ze er verschillend uit zien?
Bert: Nee, omdat het fruit is Ernie...
Ernie: want weet je, ze zien er wel anders uit maar daarom kunmen ze toch wel vriendjes zijn, Bert.
Bert: Nee, het is maar fruit en daarom kunnen ze geen vriendjes zijn
Ernie: Neem ons nou bijvoorbeeld, zie je , jij en ik zien er anders uit maar toch zijn we vrienden.
Bert: Ja, dat weet ik wel, Ernie...
Ernie: ik bedoel jouw hoofd is lang en geel zoals deze banaan hier en mijn hoofd is meer rond en oranje zoals jouw sinaasappel daar, weet je wel, maar toch zijn we vrienden, hè bert
Bert: natuurlijk zijn we dat Ernie ook al zijn we verschillend, we zijn ook hetzelfde... in sommige dingen
Ernie: Jawel, maar de banaan en de sinaasappel zijn toch ook een beetje hetzelfde, Bert.
Bert: Ja, je kan zeggen: ze zijn allebei fruit en.. en ze zijn allebei lekker, oh oh oh en ze groeien allebei aan bomen, wist je dat? En ze hebben allebei een schil. weet je Ernie? Je hebt gelijk, mijn sinaasappel en jouw banaan zijn hetzelfde en verschillend net als wij, ja, je zou dus best kunnen zeggen dat...ernie!? eet je je banaan op?!
Ernie: ik kreeg ineens trek, Bert.
Bert: Maar je wou toch dat ie vriendjes werd met mijn sinaasappel.
Ernie: Rustig Bert, het is maar fruit
Bert: ik wist het...